"Familie vraagt me regelmatig of ik het werk niet deprimerend vind. Maar ik ervaar het juist als heel hoopgevend." De rubriek Vers Bloed geeft nieuwe medewerkers een podium. Wat bracht ze naar Amsterdam UMC? Maar ook iets persoonlijker: welke muziek betekent het meest voor ze? In 5 vragen leren we ze alvast een beetje kennen. Dit keer in de schijnwerpers: patholoog Sanne Vermorgen.
“Amsterdam UMC is the place to be voor pathologen zoals ik, die zich specialiseren in neurodegeneratieve aandoeningen zoals Alzheimer en Parkinson. De pathologieafdeling hier heeft namelijk een unieke samenwerking met de Nederlandse Hersenbank. Deze organisatie verzamelt hersenweefsel van mensen met neurologische en psychiatrische aandoeningen, én van gezonde controlepersonen, en verdeelt dit weefsel onder onderzoekers. Hoewel er veel onderzoek kan worden gedaan in celculturen en met dierenmodellen, is menselijk weefsel van onschatbare waarde om de complexe processen in de hersenen écht te kunnen begrijpen.”
“Neurodegeneratieve ziekten, zoals dementie, nemen wereldwijd toe. Mensen die hun brein doneren aan de Hersenbank dragen bij aan het onderzoek naar deze ziekten. De gedoneerde hersenen worden zorgvuldig onderzocht om te controleren of de klinische diagnose juist was en om te zien of er nog andere afwijkingen te zien zijn. Neuropathologen zoals ik analyseren de hersenen om een definitieve diagnose te stellen. Daarnaast focus ik me op de vraag: wat gebeurt er nu precies in de hersenen van mensen die aan deze ziekten lijden?”
Pathologie speelt een belangrijke rol in de diagnostiek, óók bij levende patiënten
“Wat het lastig maakt: het brein kan vaak pas goed onderzocht worden nadat een patiënt overleden is. En dan is de ziekte meestal al in een vergevorderd stadium. We weten dat er jaren voordat de symptomen zich openbaren al afwijkingen in het brein zijn, maar we weten nog niet goed hoe dat proces verloopt en waar het begint. Daarom is het ook zo belangrijk om via de Nederlandse Hersenbank zoveel mogelijk hersenweefsel te verzamelen. Donoren bijvoorbeeld, met aanleg in de familie voor neurodegeneratieve aandoeningen, zijn ontzettend waardevol voor ons onderzoek. Als zo iemand komt te overlijden, kunnen we in de hersenen op zoek gaan naar vroege veranderingen die mogelijk al optreden, nog voordat de ziekte zich volledig manifesteert. Want uiteindelijk willen we natuurlijk iets kunnen doen aan de oorzaak van neurodegeneratieve ziekten, in plaats van alleen de latere gevolgen te behandelen.”
“Je moet in ieder geval nauwkeurig te werk gaan en visueel ingesteld zijn, want de afwijkingen in het weefsel kunnen soms heel subtiel zijn. Het werkproces ziet er ongeveer zo uit: ik start mijn onderzoek met het hele brein waarna ik verschillende anatomische regio's van elkaar scheid. Deze specifieke stukjes plaats ik in cassettebakjes, fixeer ik met formaline en behandel ik met paraffine om het snijden en kleuren van het weefsel mogelijk te maken. Vervolgens bestudeer ik de gekleurde coupes - plakjes hersenweefsel van ongeveer vier micrometer dik - onder de microscoop. Bijvoorbeeld om te kijken of er eiwitophopingen te zien zijn, een gemeenschappelijke eigenschap van neurodegeneratieve aandoeningen.”
“Mijn werk richt zich vooral op de hersenen, maar pathologen houden zich ook bezig met verschillende organen, zoals de huid of tumoren in andere delen van het lichaam. Pathologie speelt een grote rol in de diagnostiek, óók bij levende patiënten. Chirurgen sturen bijvoorbeeld kleine stukjes tumorweefsel op voor analyse, zodat we kunnen vaststellen wat voor type tumor het is en welke behandelingen er mogelijk zijn. Mijn vakgebied bevindt zich op het snijvlak van diagnostiek en onderzoek. Dat maakt het juíst zo interessant.”