Vers Bloed: 5 vragen aan... Aletta de Beer

De rubriek Vers Bloed geeft nieuwe medewerkers een podium. Dit keer in de schijnwerpers: Aletta de Beer.
5 minuten leestijd

“Feit is dat we moeten opleiden voor de zorg van morgen, niet van gisteren.” De rubriek Vers Bloed geeft nieuwe medewerkers een podium. Wat bracht ze naar Amsterdam UMC? Maar ook iets persoonlijker: welk heersend misverstand moet nodig worden rechtgezet? In 5 vragen leren we ze alvast een beetje kennen. Dit keer in de schijnwerpers: Aletta de Beer, stafadviseur Herziening Geneeskundeopleiding VUmc.

Waarom heb je voor Amsterdam UMC gekozen?

“Wat me meteen aansprak, was dat ze hier echt een sterke toekomstgerichte visie hebben. Namelijk: het curriculum moet anders. Want in de huidige vorm wordt de arts van gister opgeleid. Daarom heeft de faculteit deze nieuwe functie gecreëerd en mag ik nu meedenken over een curriculum dat de arts van de toekomst opleidt.

Ik heb altijd een brede interesse gehad in het verbeteren van de gezondheidszorg. Naast de studie geneeskunde aan de UvA heb ik de master Healthcare Management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gedaan. De arts in een witte jas in het ziekenhuis was toen, en nu ook nog grotendeels, de heersende cultuur in de opleiding. Maar feit is dat we meer moeten opleiden voor functies buiten het ziekenhuis.
Nu al werkt 55 procent van de artsen buiten het ziekenhuis en de vraag naar dit soort artsen wordt alleen maar groter. Dat strookt niet met hoe weinig aandacht er is voor de extramurale beroepen tijdens de geneeskundeopleiding. Een coschap van 2 weken sociale geneeskunde bijvoorbeeld is wel erg kort om uit te kunnen vinden wat het vak van jeugdarts of bedrijfsarts nou écht inhoudt en welke belangrijke maatschappelijke rol je in zo’n beroep vervult. Zonde. Want onbekend maakt onbemind. Het vak Arts Maatschappij + Gezondheid bijvoorbeeld had ontzettend goed bij mij gepast. Maar tijdens mijn studie en anios-tijd erna heb ik er nooit van gehoord. Het vernieuwde curriculum moet een realistisch beeld schetsen van de wereld waarin je komt te werken. Bijvoorbeeld door studenten tijdens de coschappen kennis te laten maken met de vele beroepen buiten het ziekenhuis. Zodat we artsen opleiden waar de maatschappij daadwerkelijk behoefte aan heeft.”

Welke kwaliteiten moet een stafadviseur in elk geval hebben?

“Studenten, docenten, coördinatoren, onderwijskundigen, planningsexperts, zorgprofessionals uit het werkveld, aan mij de taak om bij het ontwikkelen en vormgeven van dit nieuwe curriculum al die verschillende belanghebbenden samen te brengen. Mooi hoogtepunt in mijn korte carrière in deze functie, waar al deze stakeholders samenkwamen, was de werkconferentie op 30 oktober. Hier dachten de ruim 100 aanwezigen van binnen en buiten de faculteit samen na over de vraag hoe de opleiding kan worden aangepast aan het veranderende zorglandschap en welke rol de verschillende belanghebbenden hierin kunnen spelen. Wat zijn de behoeften van studenten, opleiders, de arbeidsmarkt en de samenleving?

Het is uiteindelijk aan mij om de input van al die verschillende stakeholders mee te nemen in de concrete plannen en projecten voor de herziening van de opleiding. Bijzonder ook aan deze functie is dat hij nieuw is binnen de organisatie en dat er geen duidelijk omschreven takenpakket klaar lag bij mijn start. Dat vraagt om creativiteit en flexibiliteit maar geeft me ook de vrijheid om mijn rol zelf vorm te geven.”

Amsterdam UMC werkt met kernkwaliteiten (S.P.I.T.S.) en kernwaarden (Z.I.N.). In welke van deze kwaliteiten/waarden herken je jezelf het meest en waarom? Kies er 1 uit.

“Samenwerken staat absoluut met stip op 1. In een team met collega’s aan een gezamenlijk doel werken dat motiveert mij. Ook gaan we binnenkort in proeftuinen belangrijke samenwerkingen aan met onder andere de Noordwest Ziekenhuisgroep en ZWplus/Sigra en de GGD Amsterdam-Amstelland. Sigra bijvoorbeeld streeft ook naar verbinding van werkgevers in de zorgsector, het onderwijs en andere belanghebbenden zodat het aanbod vanuit het onderwijs en de vraag van werkgevers op elkaar aansluiten.

Samen kijken we hoe we anders kunnen opleiden. Bijvoorbeeld door integratie van eerste- en tweedelijns gezondheidszorg in de coschappen. Zodat je tijdens je coschappen bij de huisarts ook mee kunt kijken bij de bedrijfsarts, in de ouderenzorg of het wijkteam. Of dat je bijvoorbeeld tijdens je coschappen in het ziekenhuis ook een patiëntcasus vanuit verzekeringsgeneeskunde of infectieziektebestrijding bekijkt. Dan ontdek je de samenhang tussen de verschillende beroepen, zie je hoe de zorg in elkaar steekt en hoe men met elkaar samenwerkt. Dit helpt je in je verdere carrière als arts en ook om een betere beroepskeuze te maken.”

Hoe ziet je ideale zondagochtend eruit?

“Op mijn ideale ochtend gaat er geen wekker af. Eenmaal wakker zet ik een playlist met Chill Hits op Spotify op en maakt mijn vriend een uitgebreid ontbijt voor ons klaar. Op mijn perfecte ochtend schijnt de zon uiteraard ook. Dus na het ontbijt pak ik m’n racefiets en ga ik er lekker op uit. Ik ben aangesloten bij Vrouwenwielrennen Amsterdam, een community waar vrouwen samen fietsen en trainen. Halverwege de rit gezellig aan de koffie en appeltaart, ja nee dan kan mijn zondag echt niet meer stuk.”

Welk heersend misverstand moet nodig worden rechtgezet?

“Een heersend misverstand is dat de geneeskundeopleiding op dit moment artsen opleidt die klaar zijn voor de toekomst. De opleiding geeft geen realistisch beeld van de wereld waarin je komt te werken en ook de belangrijke maatschappelijke thema’s als preventie, AI en Planetary health komen te weinig aan bod in het huidige medisch onderwijs. Veel studenten starten de opleiding met de nog vrij traditionele ‘dokter in witte jas’ verwachtingen. Dat matcht niet meer met het type artsen waar de samenleving behoefte aan heeft. Dat die mismatch er is, zie je ook aan de vele studie-uitvallers. Inmiddels hebben we een enorm reservoir aan basisartsen die niet in vervolgopleiding zijn. Ook ik ben uitgestroomd als basisarts omdat ik het daadwerkelijke werkveld niet aantrekkelijk genoeg vond. Zo zonde. Dat moet echt anders. Stap 1 is erkennen dat de geneeskundeopleiding nodig aan herziening toe is. En die stap is hier gelukkig gezet!”

Lees meer verhalen