Rolmodel Peerooz Saeed

“Je wilt naar een diversiteitsdenken waarin verschillen als normaal worden gezien in plaats van als afwijkingen”

4 minuten leestijd

Wie?

“Ik hoor hier inmiddels bij het meubilair.” Op zijn achttiende verruilde Peerooz Saeed, hoofd van het Orbitacentrum (oogheelkunde) en hoogleraar Orbitachirurgie, Iran voor Amsterdam. Hij studeerde geneeskunde op locatie AMC en heeft het nest, op een tweejarige Orbita-subspecialisatie in Canada na, nooit meer verlaten. “Vandaar in mijn proefschrift ook de stelling: Ik ben een Amsterdammer. Amsterdam – met werkplek Amsterdam UMC - is mijn tweede thuis, het werd mijn toevluchtsoord toen ik naar Nederland kwam."

"Weet je dat hier meer nationaliteiten bij elkaar wonen dan in New York? En ook binnen de muren van Amsterdam UMC is het een grote meltingpot. Multiculturaliteit is een wezenskenmerk van de stad. Dat het beeld van Spinoza in deze stad zo’n prominente plaats heeft, op een steenworp van het stadhuis, zegt genoeg. Een Portugese Jood, die door zijn eigen joodse gemeenschap was verstoten! Dat beeld is voor mij een mooie uiting van inclusie. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat we hier altijd even aardig met elkaar omgaan.”

Specialiteit?

“Ik ben er echt trots op dat het Amsterdamse Orbitacentrum al meer dan vijftig jaar een begrip is in de wereld.” Saeed ontwikkelde mee aan de expertise die er tot op de dag van vandaag is en waarvoor de hele wereld naar Amsterdam komt. “Het Orbitacentrum heeft twee bijzondere expertises: de oogziekte van Graves en tumoren van de oogkas. We werken samen met endocrinologen KNO-artsen, neurochirurgen, radiologen, hoofd-halsoncologen, noem maar op. Wekelijks hebben we een multidisciplinair Graves-spreekuur, een zogeheten diagnostische straat. Op één dag krijgt de patiënt alle onderzoeken en consulten, en aan het eind van de dag rolt er een behandelplan uit. Voor tumoren van de oogkas is er ook zo’n multidisciplinair spreekuur, waar we landelijk en internationaal verwijzingen voor krijgen. Op die spreekuren zijn we ook echt trots.”

Saeed haalt ook veel energie uit het opleiden van fellows, specialisten van een buitenlands ziekenhuis, die zich hier verder komen verdiepen in een subspecialisatie. “Ik heb de eer om van over de hele wereld mensen op te leiden.” Voor dat opleiden gaat hij ook nog weleens op missie. In 2003 richtte hij WAMA (Worldwide Access to Medical Advances) op, om medische kennis toegankelijk te maken voor opkomende landen. “Van Suriname tot Servië, van Mozambique tot Vietnam, met stichting WAMA delen medisch specialisten zoals ik hun kennis en geven ze lokale trainingen om de plaatselijke medische zorg te verbeteren. Zelf heb ik onder andere in Servië geholpen bij het opzetten van een medisch centrum voor de behandeling van Graves. Graves-patiënten vanuit de hele Balkan laten zich daar nu behandelen, fantastisch dat dat gelukt is.”

Waarom zet je je in voor de gezondheidszorg?

“Mijn momenten als kind bij de huisarts, die vond ik magisch. De stethoscoop bijvoorbeeld stond voor mij gelijk aan een toverstokje. Tijdens een van die bezoekjes besloot ik: linksom of rechtsom, ik word dokter. Als arts kun je de kwaliteit van iemands leven verbeteren. Dat is toch waanzinnig?”

Amsterdam UMC gaat voor divers en inclusief. Waar liggen kansen?

“Absoluut ingewikkeld dit. Diversiteit wordt nu bijvoorbeeld nagestreefd door het percentage vrouwelijke hoogleraren te vergroten. Maar dit is een vorm van hokjesdenken, in dit geval het hokje gender, dat mijns inziens niet past bij een inclusievere samenleving. Maar dat stoppen met hokjesdenken lijkt pas te kunnen als we eerst de aanwezigheid en zichtbaarheid vergroten van mensen uit ondervertegenwoordigde categorieën. Vooroordelen verdwijnen niet zonder de aanwezigheid van mensen uit minderheidsgroepen. Stimuleringsbeleid moet dan dus toch die eerste stap zijn. Maar uiteindelijk wil je natuurlijk dat het straks helemaal niet meer gaat over dat een hoogleraar man, vrouw, zwart of wit is. Je wilt naar een diversiteitsdenken waarin verschillen als normaal worden gezien in plaats van als afwijkingen."

"Wat betreft inclusie: dat gaat er deels om dat mensen je toelaten. Maar ik denk dat het nóg belangrijker is dat je zelf ergens onderdeel van wilt worden. Je eigen houding is echt key. Je moet jezelf bijvoorbeeld een Nederlander of een Amsterdam UMC’er noemen en daar echt in geloven. En als onderdeel daarvan moet je je de taal en de cultuurcodes eigen maken. Zonder die mindset wordt inclusie een lastig verhaal. Uiteindelijk zou iedereen moeten streven naar wereldburgerschap, door nieuwsgierig te zijn naar hoe anderen leven, en interesse te hebben voor hun denken en voelen. Een houding die het uiteindelijk mogelijk maakt waar dan ook ter wereld beter te leren omgaan met verschillen tussen mensen. En daar ook van te profiteren. Want die verschillen, daar ligt ook onze kracht.”

Buiten werktijd?

“Omdat ik zelf graag kook, spreek ik met alle fellows af dat ze mij aan het eind van hun leerperiode één of twee gerechten uit hun land leren maken. Inmiddels heb ik vijf of zes Singaporese curry’s onder de knie. Elk gerecht is een stukje cultuur dat je zomaar op je bord krijgt, dat fascineert me. Het geeft informatie over de gebruiken, de ligging van een land. En kunnen koken is een pre voor wie een goede chirurg wil worden. Het betekent dat je creatief kunt omgaan met wat je ter beschikking staat, en snel weet te improviseren bij tegenvallers".

"Ook kunst speelt een belangrijke rol in mijn leven. Eigenlijk om dezelfde reden als koken: het is bij uitstek geschikt om kennis te maken met andere culturen, verhalen en achtergronden en je wereldburgerschap te voeden.”

Heb je nog vragen aan Peerooz of wil je meer weten over diversiteit & inclusie binnen Amsterdam UMC. Mail dan naar diversiteit@amsterdamumc.nl



Tekst: Sophie Verschoor

Lees meer verhalen