Geslachtsverandering
Het is woensdagnacht, mijn nachtdienst zit er voor de helft op. Er zijn vandaag geen nieuwe patiënten bijgekomen, wat betekent dat ik iedereen die is opgenomen al ken. Zo ook een jonge transvrouw, een persoon wiens geboorte geslacht mannelijk is, maar die zich identificeert met het vrouwelijke geslacht. Zij is opgenomen vanwege een geslachtsaanpassende operatie die gepland staat. Ze ligt op de MPU omdat ze snel overprikkeld raakt en daarbij ook een angststoornis heeft. Ze is hierdoor erg op zichzelf en vraagt weinig om hulp.
In gesprek
Tijdens mijn eerste rondje zie ik dat ze nog wakker is. Ik loop haar kamer in en vraag of alles goed met haar gaat. Ze zegt van wel. We hebben het over ditjes en datjes, maar gaandeweg wordt ons gesprek steeds wat serieuzer. Onderwerpen als acceptatie, jezelf mogen zijn en pesten komen voorbij. Wat betekent het voor iemand om transgender te zijn en hoe ga je daar zelf mee om? Hoe is de steun vanuit de omgeving, ouders, broers en zussen, vrienden en klasgenoten? En hoe kijkt de maatschappij naar je? Gelukkig kan mijn patiënt vertellen dat ze een ontzettend fijn steunsysteem heeft. Dat dit niet altijd vanzelfsprekend is weten we allebei.
Jezelf wegcijferen
Tijdens het praten geeft de jonge vrouw aan dat ze soms vragen heeft of zich niet helemaal comfortabel voelt, maar hier niet echt over durft te bellen naar de verpleging. Onder het mom ‘jullie zijn al zo druk’ cijfert ze zichzelf weg. Als ik vertel dat zij ook onder ons ‘druk zijn’ valt moet ze een beetje lachen. Ik leg uit dat wij een kleine afdeling zijn, juist om zo de tijd te kunnen nemen voor onze patiënten. Ik maak een bruggetje naar het onderwerp zelfzorg en benadruk dat ze zichzelf tekort doet als ze niet belt: ‘Cijfer jezelf niet weg en vraag om hulp, want daar zijn we voor!’ Vooral het ‘je doet jezelf tekort’ komt zichtbaar bij haar binnen. Ze klinkt instemmend en zegt blij te zijn met deze woorden.
Nog één vraag
En wat doet deze dame vervolgens? Ze vraagt of ik nog tijd heb voor één vraag. “Ik máák tijd voor jou!” “Tja, nu heb ik nog een katheter, maar die gaat er later wel uit. Hoe moet ik dan mijn plasser vegen? Aan jou kan ik het wel vragen, jij bent ook een vrouw.” Oeps. Deze vraag had ik niet verwacht om 1:30 ‘s nachts! Maar ik ben niet voor één gat te vangen. En dus geef ik snel een klinische les. Niet helemaal uit het boekje en vooral gestoeld op mijn eigen ervaring, maar het doel heiligt de middelen in deze situatie. De vrouw is in ieder geval blij met mijn uitleg en heeft hierna geen vragen meer.
Na afloop bedankt ze me voor de goede zorgen en benadrukt dat ze zich heel prettig en veilig voelt op onze afdeling. Wat een mooi compliment! Ik ben dankbaar voor dit waardevolle moment. Dan zeg ik haar gedag en welterusten. Als ik de kamer uitloop heb ik een glimlach van oor tot oor. Midden in de nacht een klinische les geven over vegen na het plassen… Tja, dat kan alleen op deze bijzondere afdeling!
Collega van Marian worden?
Wil jij net als Marian dichtbij de patiënt staan? En ben jij iemand die continu zoekt naar nieuwe behandelmogelijkheden? Word dan psychiatrisch verpleegkundige bij Amsterdam UMC en bekijk de
mogelijkheden.