“Van truien tot sleutelhangers, we lopen hier allemaal rond met hartaccessoires." De rubriek Vers Bloed geeft nieuwe medewerkers een podium. Wat bracht ze naar Amsterdam UMC? Maar ook iets persoonlijker: welk prachtboek raden ze iedereen aan? In 5 vragen leren we ze alvast een beetje kennen. Dit keer in de schijnwerpers: Nesrine Bouassab, verpleegkundige cardio-thoracale chirurgie.
Na een eerste kennismaking met Amsterdam UMC in het tweede jaar van haar studie HBO-V is Nesrine Bouassab eigenlijk nooit meer weggegaan. “Mijn eerste stage liep ik op de afdeling Urologie. Dat was in de covid-periode. Best spannend wel, in zo’n beschermend pak de afdeling op, maar ik vond het vooral een privilege dat ik écht iets kon betekenen toen. Daarna heb ik nog een bijbaantje gehad op de afdeling Pathologie en in mijn vierde jaar liep ik mijn eindstage op de afdeling Cardiologie. Daar veroverde het hart mijn hart. Wat een mooi orgaan! Zo interessant en complex. Een redelijk simpel orgaan als je het van buitenaf bekijkt maar als je er wat dieper induikt, merk je dat het hart eigenlijk zo ongeveer alles is wat je staande houdt.” Lacht: “Hij moet het in ieder geval doen.”
Tijdens haar studie maakte Nesrine nog een klein uitstapje naar een regionaal ziekenhuis. “Omdat de patiënten daar over het algemeen minder complex zijn, wordt er ook wat minder van je verwacht, merkte ik. Je doet wat je moet doen. Binnen Amsterdam UMC moet je toch echt wel dat stapje extra zetten, continu willen verbeteren en bijleren, als individu én als team. Die gezamenlijke ambitie, dat geeft echt energie. Je voelt gewoon: hier gebeurt het.”
Inmiddels is ze 11 maanden in dienst bij Cardiologie. “Iedereen hier is zo gepassioneerd over het vak.” Lacht: “Van truien tot sleutelhangers, we lopen hier allemaal rond met hartaccessoires. Ons team is ook super divers, zowel in leeftijd als achtergrond. Dit heeft echt een fantastische uitwerking op de zorg die we verlenen. Zo springt er weleens iemand in als tolk en stellen we elkaar vragen over culturele gewoontes. Zodat we zo goed mogelijk aan kunnen sluiten bij de behoeftes van onze patiënten.”
“Acuut hartfalen, een reanimatie achter de rug, de patiënten die bij ons binnenkomen zijn vaak behoorlijk angstig en emotioneel door alles wat ze net hebben meegemaakt. Ze hebben een hoop vragen, maken zich zorgen over de toekomst. Empathie is misschien wel de belangrijkste vaardigheid op onze afdeling. Het is immers niet niks, iets aan je hart. Ik ben er om de patiënten een luisterend oor te bieden maar ook om ze zoveel mogelijk informatie te geven. Van feiten over het hart tot de inhoud van het behandelplan. Een heldere uitleg neemt vaak veel onzekerheid en onrust weg."
Van rustig in gesprek met een patiënt tot alle hens aan dek. "Omdat patiënten bij ons op de afdeling soms ineens heel erg snel achteruit kunnen gaan, moet je ook snel kunnen beslissen wat nú de beste stappen zijn om te nemen. Bijvoorbeeld als je in een reanimatiesetting terecht komt. Het gaat hier soms echt van tien - nul is er hier nooit bij - naar honderd. Beetje stressbestendigheid kan dus zeker geen kwaad.”
“Daarnaast moet je nieuwsgierig zijn. Voor en na een behandeling zijn wij het eerste aanspreekpunt. We staan dan misschien niet in die hartkatheterisatiekamers, we moeten wel precies weten wat daar gebeurd is. Wat heeft de arts precies gedaan, hoe heeft de arts dat gedaan, waren er misschien nog bijzonderheden? Luisteren, vragen, doorvragen, alles om je patiënt uiteindelijk zo goed mogelijk te kunnen informeren en ze vertrouwen te geven.”
“Die nieuwsgierigheid heb je ook nodig om bij te blijven in dit vak. Er worden voortdurend nieuwe behandelmethoden en nieuwe technieken geïntroduceerd. Het is hier hollen, nooit stilstaan. En daar ga ik heel erg goed op.”
“Voor iedere patiënt doe ik altijd mijn uiterste best. Dat gaat echt veel verder dan de verplichte verpleegkundige handelingen als het verzorgen van wonden, het aanbrengen of verwisselen van de infusen, medicatie toedienen, een hartfilmpje maken, drukverbanden aanleggen of katheters plaatsen. Een praatje maken, wat lekkers uit het restaurant halen omdat iemand aan de hartbewaking ligt en niet van de afdeling mag, kleren uitspoelen omdat iemand een ongelukje heeft gehad. Eigenlijk is bijna niets me teveel. De kernwaarde zorgzaamheid past daarom het beste bij me. Ik hoop dat mensen mij herinneren als de persoon die voor wat positiviteit zorgde in een verder pittige periode.”
“Van bouquetreeksen tot wetenschappelijke boeken, ik verslind het allemaal. Lezen is voor mij een heerlijke manier om even te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit, die mede door mijn werk soms best heftig is. Het boek dat ik iedere collega van harte aanraad, is ‘Die ene patiënt’ van Ellen de Visser. Daarin vertellen zorgverleners over de patiënt die hun leven voor altijd veranderde. Stuk voor stuk inspirerende verhalen die iedere zorgmedewerker wat mij betreft zou moeten lezen."
"Soms is een verhaal herkenbaar en daarmee therapeutisch. Van andere verhalen kun je weer leren hoe je met bepaalde situaties om kunt gaan. Uiteindelijk kent iedereen met een medisch beroep minstens één patiënt die diepe indruk heeft gemaakt. Voor mij was dat bijvoorbeeld de eerste reanimatie van iemand van mijn eigen leeftijd, dat vond ik heel erg confronterend. Of die patiënt die we niet van zijn hevige pijn konden verlossen omdat we de oorzaak niet konden vinden. Niets kunnen doen, dat is een van mijn grootste nachtmerries.”
“Het belangrijkste wat ik van mijn ouders heb geleerd is om me in te zetten voor anderen. Want door anderen te helpen, zónder daar iets voor terug te verwachten, haal je ook het beste uit jezelf. Daarom doe ik hier op de werkvloer net dat stapje extra, haal ik dat extra kopje thee, was ik die kleren, zodat mijn patiënten het net wat fijner hebben."
"Ook zet ik me in mijn vrije tijd in als vrijwilliger bij de Young Leaders Community. Via YLC geven studenten of young professionals zoals ik, met een Marokkaans-Nederlandse achtergrond, Marokkaans-Nederlandse scholieren en starters trainingen op het gebied van persoonlijke groei en ontwikkeling. We helpen de starters uit te groeien tot rolmodellen voor de jongere generatie. De kinderen leren we om sterker in hun schoenen te staan, kansen te benutten en hun ambities in te zetten voor zichzelf én hun omgeving. Eigenlijk precies wat ik van mijn ouders heb geleerd. Dankbaar werk. Je ziet direct de impact die je maakt. De kinderen ontdekken hun talenten, krijgen meer zelfvertrouwen en geloof in hun eigen potentieel. En dat geeft mij weer een gevoel van voldoening en trots. Daar groei ik ook van.”