Vers Bloed: 5 vragen aan... Lil van Hese

De rubriek Vers Bloed geeft nieuwe medewerkers een podium. Deze gloednieuwe rubriek wordt afgetrapt door niemand minder dan Lil van Hese.
4 minuten leestijd

De rubriek Vers Bloed geeft nieuwe medewerkers een podium. Wat bracht ze naar Amsterdam UMC? Maar ook iets persoonlijker: hoe ziet hun ideale zondagochtend eruit? In 5 vragen leren we ze alvast een beetje kennen. Dit keer in de schijnwerpers: Lil van Hese, voedingsassistent op locatie AMC.

Wat maakt Amsterdam UMC uniek voor jou?

“Hoe mooi is dat uitzicht op het Ajax-stadion! Mijn man is groot fan, ik maak af en toe een foto voor hem. De buurt rondom locatie AMC vind ik sowieso fantastisch, die melting pot aan mensen. Een umc als dit trekt collega’s en patiënten van over de hele wereld aan. Als voedingsassistent werk ik ook nog eens op verschillende afdelingen, met verschillende soorten patiënten. Die afwisseling, daar hou ik van. De zorg in een academisch ziekenhuis is vaak wel wat complexer, met meer ernstig zieke patiënten. Dat blijft zwaar. Een patiënt die overlijdt, daar zal ik nooit aan wennen, maar je leert er wel mee omgaan. Ik troost me nu vaak met de gedachte dat ik er alles aan heb gedaan om die patiënt nog lekker te laten genieten van een laatste hapje.”

“Gelukkig zie ik ook veel patiënten hier iedere dag weer een beetje aansterken. Door de goede zorgen van de artsen en verpleegkundigen, maar ook door het werk dat ik doe. Het is absoluut een dankbare baan. Laatst nog op de kinderafdeling, zei een van mijn patiëntjes ineens: ‘Vandaag wil ik wel een pannenkoek proberen.’ Sinds zijn komst wilde hij alleen wat Nutridrink en een witte boterham. ‘Ik weet niet of ik het op krijg’, zei hij, ‘maar ik ga het wel proberen.’ Toen ik een halfuur later terugkwam, wees hij glunderend naar zijn bord. ‘Helemaal op! En ik vond het ook nog eens suuuper-lekker.’ Dat zijn de mooie momenten van mijn werk.”

Welke kwaliteiten moet een voedingsassistent in elk geval hebben?

“Het werk is fantastisch maar je moet wel kunnen aanpoten. Zeker als je meer dan 20 patiënten moet bedienen, wat toch vaak het geval is. Het schema is behoorlijk vol omdat er tussen pakweg 7.00 en 20.00 uur zeven eet- en drinkmomenten zijn. Ontbijt, koffie- en theemomenten, verse sappen en soepen, lunch, weer een rondje koffie of thee, avondeten, nog weer wat te drinken. De eerste 5 rondes worden door de dagdienst ingevuld, de laatste 2 door de avondploeg. Wat veel mensen niet weten, is dat we de sandwiches, soepen, smoothies en salades allemaal zelf vers klaarmaken. Alleen de avondmaaltijden worden aangeleverd.”

Ondanks die tijdsdruk is het belangrijk dat je de patiënten aandacht geeft en een band met ze opbouwt, vindt Lil. “Door interesse te tonen, te luisteren, te communiceren. Een beetje aanspraak doet al veel bij de mensen. De patiënten hebben het vaak zwaar, maar jij kunt ze blij maken als je met die maaltijdkar, een lach en échte interesse aan het bed verschijnt.”

Creativiteit is eveneens een must in dit vak, want niet iedere patiënt kan zomaar alles eten. “Na een operatie hebben veel patiënten geen eetlust. Een groot probleem, want patiënten hebben extra energie en kracht nodig om te herstellen. Zonder eten gaat dat niet. We proberen ze dan toch wat aan te bieden. Een smoothie bijvoorbeeld of een soepje, iets makkelijk eetbaars.” Andere patiënten hebben misschien wel eetlust maar mogen niet alles. “In Epic staat per patiënt aangegeven wat hij of zij wel en niet mag eten en drinken. Aan de hand daarvan probeer ik iets samen te stellen wat ze ook nog lekker vinden. Voor optimaal herstel is het belangrijk dat elke patiënt voldoende eten en drinken binnenkrijgt dat bovendien precies aansluit op de persoonlijke situatie. En dat is meteen de kern van ons vak.”

Wat wil je over 5 jaar bereikt hebben?

“Mijn enige streven is dat ik mijn werk met plezier blijf doen. Binnen Amsterdam UMC heb ik echt het gevoel dat ik ertoe doe, dat ik een waardevolle bijdrage kan leveren. Zingeving in het werk, daar gaat het uiteindelijk toch om?”

Hoe ziet je ideale zondagochtend eruit?

“Op mijn ideale zondagochtend trek ik er met mijn honden op uit. Ik heb 3 golden retrievers die ook meedoen aan wedstrijden. Tijdens zo’n wedstrijd loop je met je hond rondjes door een showring en wordt er gekeken naar zijn totale verschijning, de bouw, zijn vacht en of hij zich netjes gedraagt. Een van mijn honden is in Slowakije nog maar één punt verwijderd van het kampioenschap!” Lacht: “Nogal een uit de hand gelopen hobby dus. Oh, en voordat ik mijn man en 2 dochters beledig: het liefst eindig ik de zondag met het hele gezin in een strandtent. Wijntje erbij, heerlijk.”

Wat is je levensmotto?

“Niet praten, maar doen! Hoe ouder ik word, hoe meer ik inzie dat daden echt veel waardevoller zijn dan woorden. Je kunt er wel mooi over spreken, maar laat het eerst maar eens zien. Dat motto heb ik van mijn vader, geen prater, wel een doener. Dank pap.”

Lees meer verhalen