Rolmodel Priscilla Reynolds

“Ik ga altijd de uitdaging aan, ik wil niet dat een aandoening mijn leven dicteert.”
4 minuten leestijd

Wat is je achtergrond?

“Mijn ouders komen uit Ghana, maar zelf ben ik opgegroeid in Amsterdam Zuidoost.” Priscilla Reynolds, verpleegkundige vaatchirurgie op locatie AMC, heeft een speciale band met Amsterdam UMC. Ze werd hier dertig jaar geleden niet alleen geboren, maar werkt er ook. Bovendien is ze hier als patiënt kind aan huis. “Ik heb sikkelcelziekte, een erfelijke aandoening waarbij de rode bloedcellen na het afgeven van zuurstof een afwijkende vorm krijgen, het worden sikkeltjes. Daardoor haken ze in het bloedvat als het ware in elkaar en dat zorgt voor opstoppingen, die vreselijk pijn doen. De eerste keer dat ik zo’n pijnaanval had, een crisis noem je dat, was ik elf maanden oud. Ik bleef maar huilen. Mijn ouders namen me mee naar het AMC, waar ik werd gediagnosticeerd met sikkelcelanemie. Vanaf dat moment ben ik hier onder behandeling.” Sikkelcelanemie is de zwaardere en meest voorkomende vorm van sikkelcelziekte, met constante bloedarmoede tot gevolg. “Ondanks medicatie, gezond en ijzerrijk eten en voldoende slaap ben ik altijd vermoeid.”

Waarom heb je voor de gezondheidszorg gekozen?

“Dat heeft alles met mijn ziekte te maken. Iedereen was -en is- hier altijd zo liefdevol, dat ik iets terug wilde doen. Ik heb eerst de mbo-opleiding tot doktersassistente gedaan, maar na een jaar werken miste ik de uitdaging en ging ik de verpleging in. In 2016 heb ik op de Hogeschool van Amsterdam de hbo-opleiding verpleegkunde afgerond. Direct daarna kon ik aan de slag in Amsterdam UMC. Ik ben ooit begonnen als stagiaire in het Emma Kinderziekenhuis en inmiddels werk ik als verpleegkundige op de afdeling vaatchirurgie. Verpleegkundige vind ik een prachtig beroep, ik geniet echt van mijn werk. Ik ben nog steeds iedere dag blij dat ik voor dit vak heb gekozen.”

Hoe is het om in Amsterdam UMC te werken als je een beperking hebt?

“Ze zetten zich hier erg in voor mensen zoals ik, niemand wordt uitgesloten en voor iedereen wordt een passende baan gezocht, is mijn ervaring. Zelf ben ik in mijn sollicitatiebrief en cv heel transparant geweest over wat ik mankeer, ik wil beoordeeld worden op mijn kwaliteiten en niet worden voorgetrokken vanwege mijn ziekte. Overigens ben ik drie jaar geleden ook gediagnosticeerd met Systemische lupus erythematodes, wat alles nog gecompliceerder maakt. Je ziet niets aan me, maar ik heb altijd pijn, al doe ik alsof ik kerngezond ben. Toch zijn de crise soms zo heftig dat ik moet worden opgenomen. Dan ben ik dus ineens de patiënt. Gelukkig reageren mijn collega’s en leidinggevenden ontzettend begripvol, zij zullen me er nooit op afrekenen. Eigenlijk is mijn carrièrekeuze niet heel slim geweest, want als verpleegkundige draai je onregelmatige diensten en het is fysiek zwaar werk, terwijl ik juist veel rust nodig heb. Maar ik ga altijd de uitdaging aan, ik wil niet dat een aandoening mijn leven dicteert.”

Wat doe je na het werk?

Van nature ben ik een rustig persoon en met mijn ziekte komt dat goed uit, ik rust thuis vooral uit, om op te laden. Vaak met een boek erbij, want ik hou van lezen. Ook maak ik na het werk wandelingen met mijn vriend. Lekker uitwaaien op het strandje van IJburg, waar we wonen. En we houden allebei van documentaires kijken.

Wat merk je van inclusiviteit in Amsterdam UMC en waar liggen nog kansen?

“Vooral in het begin van mijn loopbaan kreeg ik bepaalde opmerkingen als ik me voorstelde aan patiënten. ‘Goh’, zeiden ze dan, ‘wat spreek je goed Nederlands’, of ‘Ik heb thuis ook een schoonmaakster van Surinaamse afkomst’. Ja, dan sta je wel even met je mond vol tanden, want wat moet ik met die informatie? Als ik voor iedere opmerking over mijn Nederlands een euro had gevraagd, kon ik nu met pensioen. Als je zelf wit bent, sta je er niet bij stil, maar ik ben me er heel erg van bewust dat ik een donker meisje ben in een ziekenhuis dat overwegend blank is. Op sommige dagen zie ik bijna alleen maar witte artsen en paramedici rondlopen, terwijl de diversiteit onder schoonmakers veel groter is. Dat begint al op de opleiding trouwens, waar het gros van de studenten blank is. Dat vind ik jammer, maar het begint bij onszelf. Ik zou het leuk vinden als meer mensen met een kleurtje voor de gezondheidszorg zouden kiezen. Toen ik het hbo deed, waren er 350 studenten, maar heel weinig van een andere afkomst. Ik kon ons op de vingers van twee handen tellen. Dat werkt natuurlijk door in het ziekenhuis. Op mijn afdeling werken ongeveer 35 verpleegkundigen, van wie zeven van een andere afkomst. De rest is allemaal Nederlands. Wij komen onszelf hier weinig tegen, zeker als je hoger op de ladder staat. Een beetje meer herkenning op de werkvloer zou fijn zijn, dan voel je je minder alleen. Ik heb gehoord dat er iemand op OK werkt als operatieassistente die ook sikkelcelziekte heeft. O wauw, wat gaaf, dacht ik. Ik kreeg meteen een gevoel van trots. Als ik zorg verleen aan patiënten van Ghanese komaf, merk ik dat zij trots zijn als ze mij zien werken. Dat ze worden verzorgd door Iemand met dezelfde afkomst als zij. Aan Amsterdam UMC ligt het niet hoor, dat neemt ons echt wel aan. We moeten alleen onszelf meer laten gelden en de stap zetten. We zijn hartstikke hard nodig.”

Heb je nog vragen aan Priscilla of wil je meer weten over diversiteit & inclusie binnen Amsterdam UMC? Mail dan naar diversiteit@amsterdamumc.nl


Tekst: Sophie Verschoor


Lees meer verhalen