Voordat Hilde aan de opleiding begon, werkte ze drie jaar als begeleider in de gehandicaptenzorg. “Daar merkte ik dat ik niet beschikte over medische kennis en de daarbij komende verpleegtechnische handelingen. Ik vond dit erg jammer en werd hierdoor steeds nieuwsgieriger naar de anatomie en pathologie van het menselijk lichaam. Zo is mijn interesse voor het verpleegkundig vak ontstaan.”
Haar voorkeur ging uit naar Amsterdam UMC vanwege de brede en complexe patiëntencategorie in combinatie met het doen van onderzoek. Ook had Hilde nog geen idee op welke afdeling ze later wilde werken. “Nog een reden waarom ik voor Amsterdam UMC heb gekozen. Vanaf het tweede leerjaar sta je namelijk elk halfjaar op een nieuwe opleidingsplek. Als je bent afgestudeerd heb je dus op zes verschillende afdelingen gewerkt. Dit maakt dat je als beginnend beroepsbeoefenaar een voorsprong hebt, omdat je op meerdere afdelingen kennis en ervaring hebt opgedaan en dit komt de patiënten ten goede. Dit maakt de opleiding leuk en leerzaam! Zo leer je niet alleen onwijs veel, maar heb je ook een duidelijk beeld van wat je leuk vindt en welk specialisme je ligt.”
In het begin van de opleiding was Hilde nog erg onzeker, omdat ze dacht dat ze weinig wist en kon. “Nu ik inmiddels in het vierde jaar zit neem ik de regie gedurende mijn dienst, waarbij ik mijn mening naar voren breng en op kom voor de patiënten. De vele praktijkervaringen hebben ervoor gezorgd dat ik dit nu durf en doe.”
Een ander leermoment was dat je eerst iets zelf moet ervaren voor je erover kunt oordelen. Zo hoorde ze dat ze naar een afdeling ging waar ze niet erg enthousiast van werd. Nadat ze daar drie weken werkte dacht ze heel anders over het specialisme. “Ik merkte dat ik het specialisme juist onwijs leuk vond en ik helemaal enthousiast was. Als ik afgestudeerd ben wil ik er misschien zelfs wel gaan werken.”
“Op de afdeling waar ik nu werk zijn er 15 studenten van verschillende opleidingsvarianten en leerjaren. Dit is erg gezellig en het is fijn om elkaar te kunnen helpen als je ergens tegenaan loopt.” Met de medestudenten uit haar klas heeft ze ook een hechte band. “Zij begrijpen je als geen ander en staan open om je te helpen. Buiten school of werk doen we ook gezellige dingen samen zoals terrasjes pakken en uiteten.”
“Tijdens het opleidingstraject word je ontzettend goed begeleid. Op elke afdeling is er een praktijkopleider die er voor jou is en je begeleidt met je leerproces. Zij denken goed met je mee en zijn erg flexibel. Hierdoor krijg je het gevoel dat je er niet alleen voor staat. Mocht je ergens tegenaan lopen kan je altijd bij ze terecht.”
Kijk voor meer informatie over de verpleegkunde opleiding hier.