Inmiddels ben ik begonnen aan het derde jaar van mijn opleiding, wat betekent dat ik over de helft ben. Wat een heerlijk gevoel! Mijn nieuwe stageplek, de poli MDL/endoscopie, is een hele omslag na mijn eerdere stages op verpleegafdelingen. In deze blog lees je waarom ik het werk hier zo leerzaam en indrukwekkend vind.
Verschil maken
Waar op de meeste verpleegafdelingen patiënten vaak voor meerdere dagen (of soms zelfs weken) opgenomen liggen, zien we patiënten op de poli MDL/endoscopie maar kortdurend. Toch hebben de vaak (relatief) kleine ingrepen een groot effect op iemands leven. Zo kan de ene patiënt bijvoorbeeld weer eten als de slokdarm is opgerekt, is een ander van zijn pijn af na het verwijderen van galstenen en wordt bij weer een ander een actieve bloeding in de maag gestopt.
Naast volwassenen worden er soms ook kinderen opgenomen voor een endoscopie. Hier heb ik enorm naar uitgekeken, want kinderverpleegkunde is een specialisme waar ik een sterke interesse in heb. Mijn eerste keer op de kinder- OK zal ik dan ook niet snel vergeten.
Kinder-OK
Met mijn blauwe pak en groene kapje op sta ik die ochtend klaar om mee te gaan naar de kinder-OK. Terwijl de anesthesiologen zich bezighouden met hun voorbereiding, mijn collega de endoscoop aansluit en de arts het dossier inleest, laat ik de eerste indruk van de OK langzaam op mij inwerken. Het is een enorme, lichte ruimte waarin het extra opvalt dat het operatie bed heel klein is, in afwachting van de kinderen die vandaag worden behandeld.
Dan is het tijd voor mijn eerste kleine patiënt. Een meisje van vier jaar met vlechtjes in wordt op een grote-mensen-bed de OK ingereden. De knuffels en poppen om haar heen nemen meer ruimte in dan het meisje zelf. Eén beertje in bed heeft een infuusje in zijn arm en de andere een sonde in zijn neus. Zodra het meisje de OK ziet en alle mensen die daarbij horen, wordt ze onrustig en verdrietig. Ze weet dondersgoed wat er gaat gebeuren.
De gele ballon
De moeder neemt haar dochter op schoot terwijl een collega haar ondertussen probeert af te leiden met het boek ‘De gele ballon’. De anesthesioloog vraagt me of ik wil helpen, terwijl zij het infuus prikt. Hoewel ik het aan de ene kant natuurlijk geen fijn idee vindt om het meisje pijn te moeten doen, gaat er ook een golf van voldoening door mij heen dat ik iets kan bijdragen.
De blik van het meisje schiet steeds naar haar hand en de naald die al in de buurt komt. Ik wrijf over haar ruggetje en zeg dat we even naar haar hand aan het kijken zijn. Het meisje is enorm sterk, want als ik haar armpje vasthoud, moet ik echt mijn best doen om hem op zijn plek te houden. Wanneer ik zeg: ‘Probeer jij de gele ballon maar te zoeken’, kijkt het meisje even in het boek. Het infuus zit erin!
Als het narcosemiddel bij het meisje wordt toegediend, zakt ze snel weg en kunnen we aan de scopie beginnen. Nu begint het duimen en hopen dat we met het onderzoek ook voor haar het verschil kunnen maken.
Wil je net als Femke verpleegkundige worden?
Heeft deze blog jou geïnspireerd en wil je ook als verpleegkundige aan de slag voor Amsterdam UMC? Bekijk dan hier de mogelijkheden!